Noem het een blamage. Noem het een van de grootste afgangen voor het Nederlands voetbal in decennia, of noem het gewoon de nieuwe realiteit in een veranderende wereld. De tweede episode met Guus Hiddink als bondscoach dreigt uit te draaien op een faliekante mislukking. Postbodevoetbal verloor van de Noord-Europese variant van modern voetbal, met vleugjes tikkietakkie.
Op zich is verliezen van het huidige IJsland niet eens een schande, maar de manier waarop zet aan tot diepe overpeinzing. Systeem, spelers, bondscoach, alles verdient grondige beschouwing na de derde nederlaag in vier duels onder Hiddink, die met zijn warrige woorden niet bepaald voor duidelijkheid heeft gezorgd de laatste maanden.
Stadion Laugardalsvöllur danste in de herfstkou na de eerste zege van IJsland in de geschiedenis op Oranje, in elf duels. IJslanders omhelsden elkaar na een van de hoogtepunten in 's lands sportieve historie. Ze floten aanvankelijk nog afkeurend voor Nederlandse terugspeelballen, de tweede natuur van voetballers in oranje. Later lachten ze om die tekens van onmacht, om dat bizarre streven naar controle, zelfs op momenten dat er niets meer te controleren valt.
De ploeg van Hiddink viel uit elkaar als een elftal van juffertjes. Afgetroefd door IJsland, een eiland met ongeveer twee procent van het aantal inwoners van Nederland, een land dat zich nog nooit voor een eindtoernooi bij volwassen mannen plaatste, doch nu hard op weg is. Niet door geweldig voetbal, wel met vastigheid, dienstbaarheid aan elkaar, enthousiasme en duelkracht. Symbolisch was Bjarnason, met zijn wapperende haren de voetballende Viking. Hij bestreek de gehele linkerflank, door aan te vallen en te assisteren bij het afstoppen van Robben.
Net als Tsjechië, dat ook al van Oranje won, heeft IJsland nu zes punten voorsprong op Nederland. Dat hoeft, met nog zeven duels te gaan, niet eens fataal te zijn, want het heeft de UEFA behaagd ook de nummers drie in de groep een EK-kans te geven, en beide concurrenten komen nog naar Amsterdam. Maar dan nog. Wat een treurnis, wat een afstotend, machteloos spel. Bij het WK was het vaak niet veel aantrekkelijker, maar toen was daar tenminste nog dat andere ingrediënt: succes, door vechtlust en eendracht.
Verdedigend geklungel, van De Vrij deze keer, leidde binnen tien minuten tot weer een inhaalrace. Dat heeft niets te maken met twee centrale verdedigers, zoals deze maandag, of drie, het recept van het WK. Het heeft te maken met verdedigen als baby's. Misschien was de strafschop gemakkelijk gegeven, maar waarom ging De Vrij zo halfslachtig het duel aan met Bjarnason? Waarom bracht hij scheidsrechter Carballo in de verleiding? Spelmaker Sigurdsson schoot van elf meter raak, tegen de als altijd kansloze Cillessen, die bij een strafschop bij wijze van spreken net zo goed naast het doel kan gaan staan.
Opnieuw, voor de vierde keer sinds het WK, stond Oranje op snelle achterstand, en niet voor het eerst na een spelhervatting. Dat is ook een kwestie van slapte, van ongeconcentreerdheid. Het zou echter te simpel zijn het falen af te schuiven op de defensie. Van Persie kreeg opnieuw te veel kansen. Hij kwam een pas te kort of trachtte de bal te controleren in plaats van te koppen. Robben kopte naast, na een zeldzame goede voorzet van Blind. Sneijder is niet eens meer een schim van de nummer tien die hij was. En dan dat onzalige gedoe met de rechtsbenige Lens op links, vooral omdat koning Robben per se op rechts wil spelen. Robben was in het tactische meesterplan van bondscoach Lagerbäck telkens omsingeld door twee, drie man en kreeg zelfs geen kans om te schieten.
De defensie blunderde een tweede keer voor rust. Het halve wegwerken van de bal door Van der Wiel na een hoekschop stelde opnieuw Sigurdsson in staat de bal heerlijk in de touwen te jagen. Daar stond Oranje dan, met 2-0 achter tegen IJsland. Opnieuw mocht Huntelaar opdraven, nu vanaf de pauze. Nederland viel aan, IJsland counterde. Het was onbegonnen werk. De fysiek sterke IJslanders waren oppermachtig in het centrum. Ze bewogen hun supporters tot een ovationeel applaus. Vorig jaar, tijdens het EK in Zweden, had ook de nationale vrouwenploeg verloren van IJsland. Het zijn vege tekens over de internationalisering van het spel.
0 comments:
Post a Comment